Skip to main content

Column in het Weekblad voor Deurne, 26-10-2023.

Ik ben af en toe wel in voor een ‘buitenlandse’ hap. En dan bedoel ik niet die véél te trendy en onbeschoft dure restaurants waar je zogenaamd authentiek en zéér exclusief Kongolees, Nepalees of anderszins verweggistaans kunt tafelen. 

Nee, mijn voorkeur gaat uit naar de oerhollandse buitenlandse keuken; Vietnamese loempia’s met plakkerige zoete saus, kleffe bezorgpizza’s, Amerikaanse kip in een vettig korstje en na een avond stappen liefst zo’n in knoflooksaus verzopen zompig broodje ronddraaiend schaap. U ziet; ik ben een kenner en het interesseert me totaal niet hoe en zelfs niet waarvan dat allemaal klaargemaakt wordt. En nee, ik heb ook geen enkele behoefte waar dan ook in een keuken te gaan kijken.

Met afstand favoriet is bij mij de Chinees. Ik vind het sowieso geweldig, zo’n fantastisch jaren-60 restaurant met tingelmuziek, plastic schilderijen aan de muur en lambrisering met gouden randjes. (zou er ergens een fabriekje zijn dat alleen maar gouden lijstjes maakt voor Oriëntaalse restaurants?) Waar je bestelling door het schuifluikje in onverstaanbaar koeterwaals doorgeven wordt aan de ijverige en vooral voortdurend duidelijk hoorbaar in pannen schrapende koks. En waar je aan het eind van ieder jaar weer de onnutte bamboe oprolkalender krijgt of houten eetstokjes die je jaren later nog eens tegenkomt in je keukenla.

Maar waar de tafels nog wel voorzien zijn van fatsoenlijke tafelkleden en zorgvuldig origami gevouwen stoffen servetten en waar je bij je vertrek nog netjes in je jas geholpen wordt. Want ze hebben er ontegenzeglijk manieren, zeker in vergelijking met ons, lompe Nederlanders. Dat ik vermoed dat zich op de zolder van ieder restaurant een rokerige opiumkit bevindt waar illegale Chinezen met Fu Manchu-snorren in het halfdonker Mah Yong zitten te spelen neem ik voor lief. 

En dat ik niet versta wat het personeel tegen mekaar zegt los ik gewoon op met Google Translate. Hoor ik dan dat de kip van vorige week opgewarmd wordt voor tafeltje drie controleer ik even of dat toevallig niet het mijne is en dan vind ik het wel prima. Want uiteindelijk telt maar één ding; ik vind eigenlijk alles wat ze me daar voorschotelen hartstikke lekker.

Het ga u bijzondel en mij ook.