Skip to main content

Voor diegenen onder u die mij niet van dichtbij kennen; ik ben al dik twintig jaar lid van de  PrCie, een clubje dat voornamelijk rond carnaval, maar ook wel eens op ander momenten in het jaar, probeert wat leven in de Deurnese brouwerij te brengen. Af en toe ook, proberen we lokale zaken die naar ons idee voor verbetering vatbaar zijn of die ons mateloos storen aan te kaarten. Niet door gelijk op de barricades te springen, maar door op een luchtige manier mensen aan het denken te zetten.

Zo dus ook de trieste ondergang van het Fraterhuis, een prachtig gebouw aan De Visser in Deurne dat gebouwd werd in 1896 voor de Fraters van Tilburg, die het onderwijs van de grond tilden op onze schrale zandgrond.(mooie beschrijving op deurnewiki.nl) Het is helaas in handen gevallen van een gewetenloze projectontwikkelaar die het willens en wetens laat verkrotten. Iets wat naar ons idee echt te schandalig is voor woorden. We hebben eerst keurig nagevraagd wat de gemeente Deurne hier daadwerkelijk aan zou kunnen doen en dat bleek helaas schrikbarend weinig. Het schorriemorrie dat het rijksmonument(!) nu in zijn bezit heeft voldoet precies aan alle regeltjes om het op deze schandalige wijze aan zijn lot over te mogen laten. Droevig, ik weet het, maar het is niet anders. Hieronder leest u een van onze ingezonden brieven (al dan niet geplaatst door de redactie…) in het Weekblad voor Deurne.

Het zou natuurlijk veel te ver gaan om hier te beweren dat de eigenaar van het Fraterhuis een louche vastgoedschurk is met het morele besef van een brandnetel. Zeker niet nadat we deze week in het ED lazen dat de beste man nu toch écht, éérlijk waar, ik beloof ’t plechtig, geloof me op mijn blauwe ogen, van plan is over een half jaar al te beginnen met de restauratie. Potverdorie; hebben we hem hier toch al wekenlang voor vuile vis uit lopen maken, terwijl de goedbedoelende kloot achter de schermen druk doende was ons Fraterhuis te redden. Wij schamen ons diep.

Bovendien, misschien hadden we het inderdaad helemaal bij het verkeerde eind. Misschien moeten wij onze mening over de bezitter van de inmiddels trieste steenhoop aan de Visser wel bijstellen.

Misschien is hij in het groezelige wereldje van pandjesbazen en huisjesmelkers wel die ene uitzondering die de regel bevestigt. Misschien is hij wel net die enige fatsoenlijke tussen al het uitschot dat alleen geïnteresseerd is in snel knaken vangen. Misschien heeft hij wel net zo’n hekel als wij, aan vage racebaanprinsen en soortgelijk spuisgewaai. En héél misschien wilde hij ons Fraterhuis juist behoeden voor het ongegeneerd speculeren van dat soort deugnieten.

Waarom het nu dan toch op instorten staat? Nou, misschien had onze eerzame pandjesboer gewoon even niet de middelen om het pand op te knappen. Misschien ontbrak het deze brave borst even aan wat losse centjes om het rijksmonument in zijn oude luister te herstellen. Misschien had hij zijn portemonnee al omgedraaid voor goeie doelen als Red de gestreepte rietpieper of het Fonds ter ondersteuning van lactose intolerante dyslectische Oekraïners met haaruitval. Of misschien leende hij zijn hele vermogen uit aan een eerlijke maar armlastige advocaat en wachtte hij tot hij het terugkreeg. Of doneerde hij onbaatzuchtig zijn hele kapitaal aan de stichting die de ijzeren ringen in de neuzen van Papoea’s wil vervangen door roestvrijstalen exemplaren. Zou zomaar kunnen toch?

In dat geval zouden we hem nu natuurlijk best even de helpende hand toe kunnen steken en met z’n allen wat op zijn rekening kunnen storten, zodat hij nóg eerder aan de slag kan. Dat zouden we kunnen doen ja. Nu is het natuurlijk niet zo dat we hem zomaar zonder reden een onbetrouwbaar sujet vinden, maar wij wachten toch nog even met overmaken. We zijn namelijk razend benieuwd of er deze keer wél echt garen op de klos komt. U ook waarschijnlijk. Overigens denken wij wel dat we met z’n allen een oogje in het zeil moeten houden, om er voor te zorgen dat de komende maanden ‘baldadige jongeren’ het pand niet onverhoeds in de hens zetten. Dat zou toch wel bijzonder triest zijn voor de weldoener die nu zijn beste beentje voor gaat zetten. Niet dan? Afijn, het ga u bijzonder en ons ook.