Ik kwam ze tegen toen ik dode bomen aan het rooien was in mijn boekenkast; een hele stapel Suske en Wiskes. Niet dat me dit nou verbaasde; als kind al was ik dol op strips en vanwege mijn ook toen al zeer beperkt budget was het nu opduikelen van de rode boekjes minder verrassend dan wanneer ik karrevrachten Asterixen aangetroffen zou hebben. Die waren weliswaar stukken gewilder maar ook dubbel zo duur. Mijn voorliefde voor stripverhalen was zelfs zodanig dat ik met een schoolvriendje een stripbibliotheek oprichtte. In de praktijk kwam het er op neer dat we elkaars strips lazen en daarvoor een ingewikkelde administratie voerden.
Ik bladerde de beduimelde beeldverhalen eens door en mij vielen kletterend toch enige schellen van de ogen. Tante Sidonia bijvoorbeeld, toen al een toonbeeld van genderneutraliteit zonder tiet of kont, woont samen met een nichtje; Wiske, een te vroegwijs wicht à la Greta Thunberg met een ongezonde fetisj voor een lappenpop. Ze bieden onderdak aan Suske van het eiland Amoras, een jongeman van dubieuze komaf. Onduidelijk is of hij wel beschikt over een verblijfsvergunning. Je moet er tegenwoordig maar eens mee komen; een viriele puber van ver weg over de vloer halen terwijl je een tienermeid in huis hebt. De grootvader van het jong blijkt ook nog eens een alcoholverslaafde te zijn die nota bene zijn fles aan een ketting meezeult. Tegenwoordig zouden we voor een dergelijke junk professionele hulp zoeken, maar dat terzijde.
Deze Sidonia lijkt een vage latrelatie te hebben met een zekere Lambik, een blaaskaak van twijfelachtig allooi zonder vaste woon of verblijfplaats. Later blijkt deze meneer toch meer van de mannenliefde te zijn want plots hokt hij met ene Jerom, een soort missing link met het postuur en de vocabulaire van Arnold Schwarzenegger. Hoewel ze niet eens in huizen op wieltjes wonen blijft ook hier wazig hoe het hele zootje aan de kost komt, terwijl ze het er allemaal toch goed van nemen. De enige die een vorm van arbeid verricht lijkt draaideurcrimineel Krimson te zijn die, net als in ‘real life’, vaak opgepakt maar blijkbaar nauwelijks bestraft wordt; in het volgende deel is hij weer gewoon van de partij.
En wij mochten dat allemaal lezen…
De boekhouding van onze bibliotheek blijkt achteraf toch niet zo waterdicht te zijn geweest; in het eerste boekje dat ik opensloeg stond met kinderlijke hanenpoten de naam van mijn stripmaat gekalkt.