Skip to main content

Er wordt iedere dag wel iets herdacht. Een vliegramp, een aanslag, een moord; dagelijks blikken de kranten likkebaardend terug op een trieste gebeurtenis die jaren terug, juist op deze dag, plaatsvond. En uiteraard is er een officiële herdenkingsplechtigheid. Ik vind dat prima; het is mooi dat mensen hun overleden naasten op een waardige manier kunnen eren. Iedereen heeft wat mij betreft recht op zijn eigen verdriet en het staat eenieder vrij dit op geheel eigen wijze een plaats te geven.

Ik heb het nu niet over de opgeklopte toestanden rond herdenkingen van een -grijs- slavernijverleden of andere koloniale misstanden. Achter de krokodillentranen van de daar verzamelde beroepsgekwetsten zie ik niet alleen een zorgvuldig gekoesterd minderwaardigheidscomplex, maar zeker de intentie tegen onze ‘blanke’ maatschappij te willen schoppen en op de eerste plaats het graaien naar eventuele herstelbetalingen door deze huiliehuilies.

Wat mij stoort bij alle wél serieuze herdenkingen, zijn de hoogwaardigheidsbekleders die menen acte de présence te moeten geven. Als ratten komen ze uit hun ivoren torens gekropen om het uitgelopen plebs toch maar vooral te tonen hoe onnoemelijk betrokken ze zijn. Voor ze de deur uit gaan zetten ze voor de spiegel hun meelevend masker op en oefenen ze de valse woorden van deelneming, die door hun net zo hypocriete spindokters zijn voorgekauwd. De Trumps van deze wereld misbruiken het oprechte verdriet van nabestaanden enkel ter meerdere eer en glorie van zichzelf en vooral van hun carrière. Camerageil als ze zijn, is voor hen alleen van belang dat hun geveinsde respect voor de gestorvenen en hun schijnbare compassie met hen die achterbleven nadrukkelijk belicht worden.

Maar goed, ieder zijn herdenking dus. Zelf vieren wij jaarlijks het leven van mijn, enkele jaren terug gestorven, vader op zijn verjaardag en dat doen we op de manier waarvan wij denken dat hij het gewild zou hebben; we zoeken een goed terras op en heffen meermaals het glas op hem. Zo kan respectvol gedenken blijmakend geweldig zijn.Vandaar dat ikzelf vandaag de grote brand van Rome, nét 1955 jaar geleden, memoreer. Ik vloek een keer op Nero en proost diverse keren uitgebreid op de slachtoffers.