Skip to main content

Column in het Weekblad voor Deurne, 9-11-2023

‘Ik kan nu niet praten, ik zit in een stiltecoupé’. De middelbare dame tegenover me kleurde nog roder dan haar veel te geverfde wangen toen ik haar vilein toegrijnsde. We zaten weliswaar in de trein maar van een stiltecoupé was geen sprake. ‘Mijn zus’ zei ze geaffecteerd, ‘daar heb ik nu even helemaal geen zin in’. Ik besloot mijn mond te houden. Ik was onderweg naar Den Bosch en omdat je auto parkeren in de provinciehoofdstad een drama is had ik, tegen beter weten in, bedacht de trein te pakken. Er was geen sprake van catastrofale blaadjes op het spoor en ook sneeuwvlokjes die acuut zouden leiden tot vastlopende treinstellen, overspannen verkeersleiders en aangepaste dienstregelingen waren niet gesignaleerd, dus wat kon me gebeuren nietwaar?

En aanvankelijk leek er geen vuiltje aan de lucht; ik had een prima zitplaats aan het raam in de rijrichting (ik word subiet misselijk van achteruit rijden) en ik overwoog zelfs even mijn nogal uitgesproken mening over openbaar vervoer bij te stellen. Tot ik over moest stappen. Het perron waarvan ik zou vertrekken stond afgeladen vol met uitpuilende tassen torsende scholieren, kuddes oma’s onderweg naar huishoudbeurzen en koffers zeulende vakantievierders. De trein die arriveerde leek nauwelijks groot genoeg voor de helft van die mensenmassa en toen iedereen er toch in slaagde zich erin te persen, kreeg ik bijna visioenen van Indiase treinen met hordes reizigers op treeplanken en daken.

Ikzelf vond een plek in een gangpad met mijn laptop tegen mijn borst gedrukt. Omvallen kon niet; ik stond ingesloten tussen een potige staalarbeider met een okselaroma dat erop duidde dat hij drie weken terug nog gedoucht had, een jongeman wiens muziek uit zijn koptelefoon ook in mijn oren dreunde en een in haar mobieltje gillende jongedame die vanochtend per ongeluk haar parfumfles omgekieperd had.

Maar al die ellende viel in het niet bij de loodzware morele tik die ik te incasseren kreeg. Een vriendelijke snotneus stond zomaar op van zijn zitplaats en vroeg of ik misschien wilde zitten. Ik heb me ooit stukken jonger gevoeld.

Het ga u bijzonder en mij ook.