Skip to main content

(Column in het Weekblad voor Deurne, 03-03-2022)

En toch kon je merken dat het niet écht carnaval was. En dat was niet omdat de tapkranen dicht bleven of dat de blaaskapellen niet hard genoeg toeterden. Of dat er hier niet voldoende ‘bovensloters’ rondhingen die nu wel eens aan den lijve wilden ondervinden of onder de rivieren het vrouwvolk echt een stuk gewilliger is met die dagen. Die noorderlingen herken je van een afstand trouwens; hun outfit is net wat te gedateerd en ze zingen net wat te hard mee met ‘bij Hoevelaken linksaf’, het enige carnavalsnummer dat ze kennen. (Jawel, zomaar een gratis lesje van mij voor u voor volgend jaar.)

Nee, het was gewoon niet écht carnaval omdat het weer niet meewerkte. Nu hoort u mij niet klagen, ik vond het prima zo in het zonnetje met een koel blijvende consumptie in de hand en met mij nog vele anderen, zo bleek. Maar laten we eerlijk zijn; met carnaval hoort het toch gewoon barbaars weer te zijn? Bij het sleutelafhalen op de Markt hoor je te blauwbekken, tijdens optochten wordt het geacht te plenzen en de straten dienen nog dagenlang bezaaid te zijn met afgewaaide hoedjes, kleddernat snoepgoed en verregende serpentines toch?

Voor wat betreft die optochten spreek ik uit ervaring. Het labiele carnavalsclubje waar ik deel van uit maak, liep regelmatig mee en zelden bereikten wij niet totaal verzopen en met kapotgewaaide attributen de eindstreep. Nu gebiedt de eerlijkheid mij te zeggen dat hetgeen wij meesjouwden vaak niet zo weerbestendig was als dat van al die andere deelnemers. Onze ‘keigoeie’ ideeën kwamen vaak pas enkele dagen vooraf bovendrijven en daar leed de kwaliteit van onze creaties vaak ernstig onder. Ons enthousiasme gelukkig niet en dat leverde ons af en toe zowaar ook nog eens een prijsje op. (Nee, de jury omkopen was niet aan de orde. Niet dat we het niet geprobeerd hebben, maar ze bleken steevast akelig integer.)

Veel te mooi weer dus, deze carnaval, maar met een beetje geluk valt het volgend jaar weer met bakken uit de lucht. Tradities zijn er om te koesteren nietwaar? Het ga u bijzonder en mij ook.