Column in het Weekblad voor Deurne, 22 juni 2023
“Tot over een maand’’, zei mijn collega op vrijdagmiddag. Hij had de dagen, zelfs de uren, afgeteld tot hij dit kon uitkraaien. We hadden het maar een keer of vijftig mogen aanhoren hoe alles gepland was: Zaterdag inpakken, zondagmorgen vroeg weg om de massa voor te zijn, rijden tot onder Lyon, hotelletje pakken en dan in één ruk door naar de camping in Spanje. “Nu eerst vier weken niks doen”, voegde hij eraan toe in de overtuiging dat ik stikjaloers zou worden. Jammer, niet dus. Ik zette de airco op een nóg aangenamer standje en leunde eens achterover om te bedenken wat hem te wachten stond.
Hoewel hij even terug al naar ‘zijn’ (komen we al dertig jaar) camping was geweest om ‘de caravan klaar te maken’ wist ik hoe zijn zaterdag eruit zou gaan zien: Een dag vol hemeltergende stress met het ramvol stouwen van de auto met onmisbare zaken als truien (voor als het afkoelt) aardappelen (hier stukken goedkoper) en hagelslag (hebben ze ginds niet) onder het alziend oog van zijn direct leidinggevende. Ook de reis wordt natuurlijk één groot feest: files, tolwegen, rijen bij de tankstations, overboekte hotels en snelweg blokkerende boeren. Maar dan vier weken zalig bijkomen op de camping; jengelende kinderen bij de buren drie meter verderop, lauw en laf lokaal bier, ongedierte, de ‘supermercado’ die zijn prijzen heeft bijgesteld, zweterige nachten op een ongemakkelijk matras, sproeipoep vanwege al die olijfolie en beschamende sprintjes met een rol onder de arm naar de merendeels verstopte toiletten.
Toch ben ik er vrij zeker van dat hij straks juichend binnenkomt en uitgebreid zal vertellen hoe geweldig en vooral hoe goedkoop alles was. Van mij mag ie; ik verheug me op mijn twee weken vrijaf waarin ik, in mijn gemakkelijkste stoel met de voetjes in een teiltje water, in de schaduw van mijn afdak met ventilator en met een goed boek in de hand, al vroeg in de middag mijn eerste koele biertje van de dag zal nuttigen. Grasmaaien doe ik voorlopig niet; dan denkt iedereen dat ik een paar weken weg ben. Dat scheelt aanloop.
Ik wens u een prima vakantie, het ga u bijzonder, en mij ook.