Skip to main content

Column in het Weekblad voor Deurne 25-05-2022

Soms zie ik iets voorbijkomen waarvan mijn tenen krullen. Figuurlijk gesproken uiteraard. Deze week las ik dat de Universiteit van Leiden een onderzoek faciliteert naar kinderprentenboeken. Plaatjesboekjes voor kinderen ja. Dus ook de Donald Duck en zo. Hieruit blijkt, hou je vast: ‘Dat er voornamelijk zoogdieren in voorkomen, wat geen realistische afspiegeling geeft van de soortenrijkdom. Dieren worden vaak abstract of onrealistisch afgebeeld en dat alles kan de jeugd een scheef beeld geven van de diversiteit aan leven.’

Tju toch! Nu snap ik ook waarom ik zelf zo’n verknipte kijk heb op de dierenwereld. Tot voor kort dacht ik nog dat alle eenden matrozenpakjes dragen en in rode autootjes rondrijden. En dat alle vossen Lowieke heten en beukennootjes eten in een praathuis en dat iedere bever er met zijn broer een klussenbedrijf op na houdt. Mijn wereld stortte in toen ik erachter kwam dat niet alle kuikens permanent rondlopen met een eierschaal op hun hoofd en ik ben de ontdekking nooit te boven gekomen dat olifanten helemaal niet kunnen vliegen met hun oren. Er is dus een hoop wat je mij niet kwalijk kunt nemen; da’s allemaal de schuld van het (voor)leesvoer van mijn jeugd. 

Maar goed, waarschijnlijk liggen er dus binnenkort kinderboeken in de schappen met realistische plaatjes van niet-slissende slangen die varkentjes zonder zwembroek wurgen. En met grijnzende haaien die schattige Nemo-clownvisjes uit mekaar trekken. We zullen die koters wel eens even realistische diversiteit bijbrengen verdomme!

Maar niet alleen de beestjes in kinderboeken moeten eraan geloven. Een Gelders Statenlid vindt dat Jip en Janneke, waar hele generaties mee opgroeiden, niet meer kunnen. Ze zijn ‘te stereotype bevestigend in de rol van man en vrouw’. Het mens heeft blijkbaar niks beters te doen dan het bedenken van dit soort onzin. Bij Jip en Janneke kwam ik er trouwens wél bijtijds achter dat ze er in het echt toch iets anders uitzagen. Vooral al die Jannekes van mijn puberjaren bleken gelukkig stukken aaibaarder te zijn dan de spichtige figuurtjes uit de boeken van Annie M. G. Schmidt.

Het ga u bijzonder en mij ook.