Skip to main content

Column in het Weekblad voor Deurne, donderdag 4 augustus 2022

Ergens, verstopt in mijn tv, zit een vreselijke zender die modeshows uitzendt. Nou ben ik niet zo modebewust. Ik ga voor praktisch en vind dat zolang kleren niet kapot of vuil zijn, ze prima te dragen zijn. Dit tot wanhoop van een goeie vriendin overigens, die jarenlang tevergeefs probeerde mij wat trendy bewustzijn bij te brengen.

Nou zijn er twee soorten mode denk ik. Je hebt het ‘normale’ gerei wat u en ik kopen en er bestaat nog zoiets als ‘hoot koetuur’. En d’r zijn best wat verschillen. Bijvoorbeeld dat de prijs van het ene een beetje en die van het andere helemaal bepaald wordt door het merkje wat eraan hangt. Maar ook dat de eerste soort wél te dragen is (anders koopt geen hond het) en dat dit bij de tweede meestal niet zo is. In het gunstigste geval namelijk, krijg je wanneer je daarmee over straat gaat, een boete aan je designpantalon. In het slechtste scenario staan een paar potige broeders met een dwangbuis klaar om je richting Huize Zonnestraaltje te begeleiden. Terecht trouwens, want er komt voornamelijk idioterie voorbij op die catwalks. En waarom?

Nou, snapt u dat écht niet? Da’s toch hartstikke duidelijk? Het is kunst! En net als in het overgrote deel van het donquichotterige kunstwereldje, bestaat ook het fashionkliekje uit omhooggevallen windbuilen. Stripfiguren die ieder wangedrocht van zo’n gekende naam met applaus begroeten en elkaar kwijlend hele bossen veren in het achterste blijven duwen. Die ons, nitwits, duidelijk blijven maken dat niet wát er gemaakt wordt meetelt, maar alleen wié het in mekaar broddelde. Het zijn diezelfde gasten trouwens, die verwachten dat de toch al griezelig magere modellen op de catwalk nóg meer afvallen, want dat is hun ideaalplaatje. Die deze grieten verplichten daar vooral ook ongeïnteresseerd en wezenloos voor zich uit te staren want, zo hebben zij beslist: da’s mooi. Te ziek voor woorden als u het mij vraagt.

Eén troost hebben we gelukkig. Ook de creaties van die ‘grote’ couturiers eindigen uiteindelijk waar ze wat mij betreft meteen al hadden moeten liggen: in het mandje met poetslappen.

Het ga u bijzonder en mij ook.